De stille zaterdag in de Belles Heures
Door: Peter van der Heijden
Stille Zaterdag, de dag voor Pasen is de grafdag. Op vier afbeeldingen uit de Belles Heures bereikt het verdriet rond de dood van Christus een hoogtepunt.
Op de eerste afbeelding zien we hoe Christus van het kruis wordt genomen door Nicodemus en Jozef van Arimathea. De arm van Christus hangt over de schouder van zijn moeder Maria die hem vol verdriet aankijkt. De vrouw in de mooie rode mantel houdt de doornenkroon vast. Deze kroon is in de tijd van de gebroeders Van Lymborch het belangrijkste relikwie in Frankrijk en is nog steeds te zien in de Sainte Chapelle in Parijs, die er speciaal voor is gebouwd. Opvallend is dat de voeten van Christus nog aan het kruis zijn genageld, terwijl een man op de achtergrond de twee spijkers vast heeft waarmee Christus handen waren vastgezet.
Op de tweede afbeelding ligt het naakte lichaam van Christus op een witte doek. Maria houdt liefdevol zijn hand vast terwijl zij getroost wordt door een andere vrouw die een hand op haar hoofd legt. Achter Maria huilt Johannes met een hand voor zijn ogen terwijl Maria Magdalena vol verdriet bij Christus voeten knielt.
Op de derde afbeelding wordt Christus in een sarcofaag getild. Maria streelt Christus hand met haar wang. Achter haar trekt een vrouw, met haar gezicht naar de hemel, vol smart en pijn aan haar haren. Haar uitgelaten emoties zijn een opvallend contrast met het ingetogen verdriet van Maria.
Op de laatste afbeelding zien we drie soldaten die in slaap zijn gevallen bij het bewaken van Christus graf. Ze zijn uitbundig oosters gekleed. De linker soldaat leunt op een wapenschild met een vreemd lachend gezicht dat ons aanstaart. Op de achtergrond staan de drie kruizen op de Calvaryberg en rechts zien we de stad Jeruzalem. Alleen Christus is verdwenen van het middelste kruis en kan nu ieder moment opstaan uit zijn graf.