Juli

Hoe wonderlijk het ook klinkt, in de Middeleeuwen was juli, vlak voor de eerste graanoogst van het jaar, vaak nog een magere maand. Er was weinig over van de voorgaande oogst, en wat na de lange bewaartijd nog restte was, met name in de veertiende eeuw, regelmatig aangetast door moederkoren. Als deze schimmel terechtkwam in het brood had dit een dubbele uitwerking. Enerzijds had de schimmel een hallucinerend effect dat leidde tot onvoorspelbaar gedrag en een afname van het hongergevoel. Anderzijds ondermijnde moederkoren het immuunsysteem. Hierdoor waren de boeren en burgers extra kwetsbaar voor ziekten, bijvoorbeeld de pest. De nieuwe graanoogst, het belangrijkste werk van de maand, bracht uitkomst.


Op de afbeelding snijden de twee mannen met een sikkel de halmen af in een tarweveld. Tarwe werd meestal kort onder de halm afgesneden met de sikkel. Andere granen werden, halm en al, geoogst met de zeis. Tussen het koren zijn de klaprozen en korenbloemen duidelijk zichtbaar. Bij gebrek aan voldoende mest was het wieden van onkruid de meest effectieve manier om de oogst te vergroten. Uit archeologisch pollenonderzoek is gebleken dat ondanks alle inspanningen de hoeveelheid onkruid naar onze begrippen overweldigend was. In een gemiddeld jaar kon elke kilo roggezaaigoed slechts vijfmaal vermenigvuldigd worden. Het zaaigoed van andere graansoorten bracht nog minder op. Er is berekend dat een gemiddelde Nederlandse boer in onze tijd 220 maal zoveel produceert als de gemiddelde boer in 1500.


Op de voorgrond worden schapen geschoren. In de late Middeleeuwen bestond meer dan de helft van de veestapel uit schapen. Ze leverden onder andere melk, kaas, vlees, wol en mest op. De wolindustrie was veruit de belangrijkste nijverheid in Europa. De rijkdom van Vlaanderen, een belangrijke economische factor in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk, was er voor een groot deel aan te danken. Het was deze allesverwoestende oorlog die de hertog van Berry ertoe dreef zulke enorme vestingen te bouwen als de burcht van Poitiers, die de achtergrond van deze afbeelding vult. Het driehoekige gebouw ziet er zo schitterend uit omdat het, op het moment dat de schildering werd gemaakt, gloednieuw was. Omspoeld door de rivier de Clain bleef het veilig in handen van de hertog tot zijn dood in 1416, het jaar waarin ook de gebroeders Van Lymborch stierven. 

Door: Clemens Verhoeven